Het Centrum beveelt aan dat bij een hervorming van het WBN en meer bepaald voor de procedures die gebaseerd zijn op subjectieve rechten, het wettelijk verblijf dat voorafgaat aan de indiening van het verzoek zo wordt gedefinieerd dat alle verblijfsperiodes die gedekt zijn door een verblijfstitel, ook tijdelijke verblijfstitels, in aanmerking worden genomen voor de berekening van de wettelijke verblijfstermijn voorafgaand aan het nationaliteitsverzoek op voorwaarde dat het voorafgaand wettelijk verblijf ononderbroken blijkt.