Myria beveelt aan dat vreemdelingen in eerste instantie recht moeten hebben op een gewone zichtrekening met alle gewoonlijke voorzieningen. Pas indien dat niet kan omwille van de verplichtingen waaraan de bank moet voldoen, zou een basisbankrekening moeten worden aangeboden.

Myria beveelt aan om de toegang tot de (basis)bankdiensten voor vreemdelingen, en specifiek voor mensen in een precaire verblijfssituatie, a priori zo ruim mogelijk toe te passen. Als banken ondervinden dat verdachte of niet-conforme handelingen gebeuren, kunnen zij deze geldtransacties of de bankrekeningen a posteriori via de doorlopende monitoring en detectie blokkeren.

Myria beveelt aan om de richtlijnen over de identificatieverplichtingen en de documentenlijst van de NBB op te nemen in de wet of in een ander dwingend instrument, net als de specifieke categorieën van vreemdelingen die opgesomd zijn in de richtlijn over de basisbankdienst en in de memorie van toelichting. Zo zouden banken worden verplicht om deze richtlijnen te volgen. Op deze manier gelden dezelfde identiteitsdocumenten voor alle banken. Banken hebben bovendien de mogelijkheid de nodige verificaties van de identiteit van vreemdelingen te doen via het Rijksregister.

Myria beveelt aan om werk te maken van een evaluatie van de basisbankdienstwet en bij uitbreiding ook van relevante bepalingen van de andere wetgeving rond antiwitwasbestrijding, zodat ook vreemdelingen in precaire verblijfssituaties toegang kunnen hebben tot bankdiensten.

Myria vraagt dat de Belgische overheid het initiatief neemt op Europees niveau om een aanpassing te vragen van de regelgeving omtrent de basisbankdiensten en de witwasbestrijding zodat deze met elkaar in overeenstemming worden gebracht, en zo te waarborgen dat basisbankdiensten toegankelijk worden voor alle vreemdelingen ongeacht hun nationaliteit of hun verblijfsstatus.