De rechtbank heeft een Thaise vrouw, uitbaatster van een massagesalon, veroordeeld voor seksuele uitbuiting van een aantal van haar landgenotes. Tijdens verschillende controles door de sociale inspectie werden er Thaise dames aangetroffen die daar werkten zonder geldige documenten. Hoewel ze aanvankelijk verklaarden op eigen initiatief naar België te zijn gekomen en er vrijwillig te werken in het massagesalon, kwamen tijdens een tweede verhoor van een van de slachtoffers andere feiten aan het licht. Zo verklaarde een van de slachtoffers via een mensenhandelaar naar België te zijn gesmokkeld voor 15.000 euro. Om haar schuld af te lossen werkte ze in het massagesalon. Eens ze daar werkte, kreeg ze te horen dat haar schulden tot 30.000 euro waren opgelopen. De massages gingen gepaard met seksuele betrekkingen. De helft van de inkomsten daaruit moest ze afstaan aan de beklaagde. Eens haar initiële schulden waren ingelost, stelde de uitbaatster voor dat ze een legaal verblijf zou regelen voor het slachtoffer, als ze hiervoor nog eens 10.000 euro extra betaalde.

De rechtbank oordeelde dat de beklaagde een huis van ontucht of prostitutie uitbaatte en daarbij misbruik maakte van de precaire administratieve toestand van de slachtoffers die irregulier in het land verbleven. De rechtbank stelt dat het bewezen is dat de beklaagde zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel met de verzwarende omstandigheid dat van deze activiteit een gewoonte werd gemaakt.

De rechtbank legde een gevangenisstraf op van twee jaar met uitstel en een geldboete van 3.000 euro. Myria, dat zich burgerlijke partij stelde in deze zaak, kreeg een symbolische schadevergoeding van één euro toegekend.

Deze beslissing is definitief.