In dit dossier werd een netwerk van Nigeriaanse vrouwenhandelaars ontmanteld. De organisatie had ook vertakkingen in Nederland en Spanje en was op grote schaal actief met witwassen en kredietkaartfraude.

Eén van de slachtoffers was een minderjarig Nigeriaans meisje.

In Nigeria werden meisjes onder voorwendsels geronseld en via Griekenland naar België gesmokkeld waar ze als escorte in de prostitutie tewerkgesteld werden. Hun smokkelschulden moesten ze via prostitutiewerk afbetalen. De beklaagden maakten misbruik van voodoo-rituelen om de slachtoffers angst in te boezemen. De Nigeriaanse meisjes werden gedwongen tot extreme vormen van seks op vuile matrassen en moesten op sommige dagen de klok rond werken. Van hygiëne was weinig sprake.

De beklaagden werden veroordeeld voor mensenhandel en -smokkel. Het toenmalig minderjarig slachtoffer heeft zich burgerlijke partij gesteld.

Deze zaak is lopende voor het hof van beroep in Antwerpen.

Deze zaak wordt behandeld in het jaarverslag 2011: Het geld dat telt,  p. 89-91.