De rechtbank veroordeelde bij verstek de beklaagde voor mensensmokkel, poging tot mensensmokkel, valsheid in geschriften, oplichting en poging tot oplichting.

De zaak ging aan het rollen toen een uitzendbureau de politiediensten verwittigde dat een persoon zich was komen aanbieden voor een inschrijving met het oog op tewerkstelling met voorlegging van geldige identiteitsdocumenten. De persoon leek echter qua fysionomie niet op de persoon op de identiteitsdocumenten vervolgens verschilde eveneens de handtekening.

Tussen maart 2007 en maart 2015 heeft de beklaagde tegen betaling zijn identiteitsdocumenten ter beschikking gesteld aan personen die illegaal op het grondgebied aanwezig waren met het oog op tewerkstelling van deze persoon.

De rechtbank acht dat de beklaagde de precaire administratieve toestand van personen die illegaal op het grondgebied verblijven, uitgebuit voor persoonlijk geldgewin.

De beklaagde werd veroordeeld tot een hoofdgevangenisstraf van 30 maanden en een geldboete van drieduizend euro. De rechtbank verklaart een bedrag van 70.267,11 euro verbeurd lastens de beklaagde, zijnde de vermogensvoordelen die rechtstreeks uit de oplichting zijn verkregen. Vervolgens heeft het interimkantoor dat zich burgerlijke partij had gesteld een materiële schadevergoeding ten bedragen van 7.173,32 euro gekregen.