De rechtbank boog zich over een zaak met betrekking tot het transport van logistiek materiaal, waarbij feiten werden gepleegd in De Panne, in Frankrijk en in Duitsland. Drie in Duitsland verblijvende Iraakse beklaagden werden veroordeeld voor feiten van mensensmokkel met verzwarende omstandigheden die in 2021 waren gepleegd.

Het onderzoek begon in april 2021 toen de politie in De Panne nautisch materiaal aantrof in een auto met een Duitse nummerplaat: een rubberboot bestaande uit verschillende stukken rubber die met plakband en lijm aan elkaar waren vastgemaakt. Het motormodel was meer dan dertig jaar oud.

Tijdens het onderzoek werden de beklaagden ondervraagd en met elkaar geconfronteerd. Ook hun telefoons werden in detail onderzocht (inclusief WhatsApp-gesprekken en Facebook-accounts), net als hun nummerplaten, via ANPR. De laatste twee beklaagden werden in Duitsland gearresteerd en uitgeleverd.

De rechter hield rekening met het gevaar van het oversteken van de Noordzee naar het Verenigd Koninkrijk met kleine boten en totaal ongeschikt materiaal.

De eerste beklaagde had een uitvoerende rol en stond laag in de hiërarchie van de criminele organisatie. Uit het onderzoek bleek dat hij de tweede beklaagde liet weten dat hij wou meewerken aan de mensensmokkel, nadat hij door deze beklaagde was benaderd. Op verzoek van deze laatste had hij een opblaasbare rubberboot geleverd.

De tweede beklaagde, met de Iraakse en Duitse nationaliteit, organiseerde de overbrenging van nautisch materiaal van Duitsland naar Frankrijk en rekruteerde zijn handlangers uit een Jezidi-gemeenschap. Zijn telefoon was gekoppeld aan een valse identiteit.

De derde beklaagde behoorde ook tot de leiding van de criminele organisatie. Zijn vingerafdruk werd gevonden op een deur van de auto van de eerste beklaagde. Toch ontkende hij in de auto te hebben gezeten, wat de rechter niet geloofwaardig vond. Ondanks het ontbreken van een substantieel en regelmatig inkomen, bleek uit het onderzoek dat hij er een riante levensstijl op nahield (luxeauto’s, foto’s van vakanties en bundels bankbiljetten, geldbedragen op zijn telefoon, …).

De opgelegde straffen varieerden van zevendertig maanden tot vijf jaar gevangenisstraf (volledig of gedeeltelijk met uitstel, afhankelijk van de beklaagde) en van 12.000 tot 36.000 euro boete (sommige met uitstel). Er werd ook een ontzetting uit de rechten tegen hen uitgesproken.

Deze beslissing is definitief.