Dit dossier betreft twee Belgische meisjes van vijftien en zestien jaar oud die waren weggelopen uit een instelling. In de dagen na hun vlucht verhuisden ze van het ene hotel naar het andere in verschillende steden in heel Vlaanderen. Ze hadden daarbij telkens seksuele betrekkingen met verschillende mannen. De klanten werden geronseld via een seksdatingwebsite. Het geld dat ze daarmee verdienden moesten ze afgeven aan hun pooiers. De beklaagde, een van de twee pooiers, bleef de feiten ontkennen. Dat ondanks de bewijzen, waaronder een DNA-staal. Hij werd vervolgd en veroordeeld voor mensenhandel en uitbuiting van prostitutie en kreeg een gevangenisstraf van twee jaar met probatie-uitstel op voorwaarde dat hij begeleiding zou krijgen bij een gespecialiseerde dienst en dat er een absoluut contactverbod was met de beide slachtoffers.


Dit vonnis is definitief.