De rechtbank sprak zich uit over een zaak waarin een Belgische vrouw werd beschuldigd van het huisvesten en tewerkstellen in mensonwaardige omstandigheden op haar boerderij van een Marokkaanse persoon die illegaal in ons land verbleef. Ze was in het verleden al eens vervolgd voor het overtreden van de wet betreffende de bescherming en het welzijn van dieren, maar werd in 2018 vrijgesproken door het hof van beroep van Brussel.

Nadat ze hem in een winkel ontmoet had, wierf de beklaagde de Marokkaanse werkkracht aan om haar permanent te helpen in een dierenasiel. Ze vergoedde hem gedeeltelijk door hem kost en inwoon te geven in een onhygiënisch appartement in precaire omstandigheden.

Naast de tenlastelegging mensenhandel werd de beklaagde vervolgd voor meerdere inbreuken tegen het sociaal strafrecht: het ontbreken van een Dimona-aangifte; het niet-indienen van een attest bij de RSZ ter rechtvaardiging van het bedrag van de sociale zekerheidsbijdragen voor de werknemer; het tewerkstellen van een illegaal verblijvende buitenlandse werkkracht; en het ontbreken van een arbeidsongevallenverzekering. De telefoon van de beklaagde werd onderzocht, evenals foto’s die door de burgerlijke partij werden voorgelegd. De werkkracht werd opgevangen door een gespecialiseerd opvangcentrum voor slachtoffers.

De rechtbank achtte de tenlastelegging mensenhandel en de andere inbreuken op het sociaal strafrecht bewezen voor een bepaalde periode. Daarbij baseerde de rechtbank zich met name op de verklaringen van de beklaagde waarin zij erkende dat ze de werkkracht had aangeworven voor werkdoeleinden. De rechtbank verwees naar een arrest van het Hof van Cassatie om te verduidelijken dat de term “werven” ook moet worden opgevat in de gewone zin van “in dienst nemen”, en dat de aanwerving niet uitsluit dat de vraag van de aangeworven persoon komt. De rechtbank veroordeelde de beklaagde tot een jaar gevangenisstraf, met uitstel voor drie jaar, tot een boete van 4.800 euro, en tot het betalen van 1.000 euro aan de burgerlijke partij, bij gebrek aan berekeningen om het loon vast te stellen dat had moeten worden betaald.

Tegen deze uitspraak is beroep aangetekend