De rechtbank heeft het vonnis bij verstek bevestigd tegen de beklaagde. Twee beklaagden (van wie één recidivist) waren bij verstek veroordeeld, in een vonnis van 19 februari 2015, voor mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting tegenover twee jonge Albanese vrouwen en voor uitbuiting van de prostitutie van elke hun eigen vriendin. Beide jonge vrouwen waren gerekruteerd door deze Albanese loverboys (van wie één via facebook). Geleidelijk aan werden ze verplicht zich te prostitueren, o.m. met de belofte dat ze een beter leven zouden krijgen. Ze hebben zich geprostitueerd in Nederland en Duitsland, waar ze het land zijn uitgewezen omdat ze valse paspoorten bij zich hadden, die ze van de beklaagden hadden gekregen. Daarna zijn ze in Brussel beland, waar ze zich in de Aarschotstraat hebben geprostitueerd. Hun opbrengsten moesten ze aan de beklaagden afstaan en ze waren ook het slachtoffer van fysiek en moreel geweld.

Na verzet van een van de beklaagden heeft de rechtbank de uitgesproken veroordeling bevestigd, o.m. op basis van de eensluidende verklaringen van de slachtoffers. Die leken tijdens hun eerste verklaringen nogal angstig en hadden bovendien schrik van de reactie van de beklaagden, na hun beslissing om uit de prostitutie te stappen.

Tegen de beklaagde werd o.m. een verbeurdverklaring van 150.000 euro uitgesproken, zijnde de vermogensrechtelijke voordelen die ze rechtstreeks uit de misdrijven hadden gehaald.

Deze beslissing is definitief.