Een Albanese bende werd veroordeeld voor mensensmokkel met verzwarende omstandigheden. De bende smokkelde op regelmatige basis vreemdelingen zonder verblijf, Albanese landgenoten en minderjarigen, via de tussenkomst van een andere smokkelbende, naar Groot-Brittannië. Myria stelde zich burgerlijke partij in deze zaak.

Deze zaak startte in januari 2013, toen vijf Indiërs werden aangetroffen in een koelwagen op de parking in Groot-Bijgaarden. De politie trof er ook drie Albanezen aan. Verder onderzoek toonde aan dat het ging om een mensensmokkelnetwerk binnen het Albanese milieu. De vier beklaagden baatten een eigensoortig ‘reisbureau’ uit. Hun Albanese ‘klanten’ kwamen via de luchthaven van Charleroi of het Zuidstation op legale manier aan in Brussel en werden er opgevangen door de organisatie van de beklaagden. In tegenstelling tot Indische of Afghaanse smokkelaars, die gebruik maken van safehouses, maakten de beklaagden gebruik van hotels in Brussel. De slachtoffers betaalden zelf de kosten van hun verblijf.

De beklaagden werden gecontacteerd door familieleden uit Albanië. Zij regelden het transport en de te betalen prijs, die schommelde tussen 3.000 tot 5.000 euro. De smokkelaars hielden tussen 1.300 en 1.400 euro voor zichzelf over. Na betaling werd contact opgenomen met Koerdische smokkelaars die instonden voor de eigenlijke overtocht naar Engeland. De slachtoffers werden opgehaald door de Koerdische bende in een café in Brussel, die hen naar de parking voerde om daar de overstap te maken in vrachtwagens, vaak koelwagens. Was er plaatsgebrek in de vrachtwagens, dan moesten de reizigers per twee in de koffer van een wagen kruipen.

Eens de slachtoffers in de vrachtwagens waren geplaatst, stuurde de Koerdische bende een sms naar de Albanese bende met de nummerplaat van de vrachtwagen en andere gegevens zodat de handlangers in het Verenigd Koninkrijk de juiste vrachtwagen op de juiste plaats konden aantreffen om de slachtoffers te laten uitstappen en verder op te vangen. Gedurende de hele overtocht houden de slachtoffers en de Albanese bende contact. Er werden ook transporten ‘met garantie’ uitgevoerd. Hierbij was de vrachtwagenchauffeur op de hoogte, waardoor de slaagkansen hoger lagen. De Albanese bende maakte zelf geen gebruik van geweld maar wist dat bende aan wie ze de slachtoffers overdroegen wel gewelddadig was.

Onder de slachtoffers bevonden zich ook heel wat minderjarigen, waaronder heel kleine kinderen. Ook zij werden in koelwagens geplaatst. De slachtoffers klaagden over grote kou, gebrek aan zuurstof, water en eten.

De rechtbank legde gevangenisstraffen op tussen veertien maanden en zeven jaar en geldboetes van 6.000 tot 60.000 euro.

In een arrest van 18 juni 2014, bevestigde het hof van beroep van Brussel dit vonnis maar verminderde de straf voor de hoofdbeklaagde met één jaar, tot zes in plaats van zeven jaar.