Het betreft een zaak over een massagesalon. De correctionele rechtbank van Leuven sprak, in het vonnis van 23 oktober 2012, de beklaagden initieel vrij voor mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting, maar de meeste beklaagden werden wel veroordeelde voor mensensmokkel met verzwarende omstandigheden. De rechtbank was van mening dat niet kon worden vastgesteld dat de meisjes voorgelogen waren over de activiteiten die zij in België zouden uitvoeren en dat ze uitgebuit waren. Naast Myria, stelden ook PAG-ASA en twee slachtoffers zich burgerlijke partij.

Vanuit Thailand kwamen de meisjes op georganiseerde wijze naar België. Sommige meisjes waren in Thailand al actief in het prostitutiemilieu. Een van de beklaagden zorgde voor de tickets en de visa. Een tweede beklaagde was een tussenpersoon die de meisjes in België in een bar of massagesalon kon laten tewerkstellen. De andere beklaagden waren uitbaters van een bar of massagesalon. Een van hen schreef verschillende malen een deel van de inkomsten uit de prostitutie over naar Thailand, al dan niet in opdracht van de meisjes. In België ontvingen ze de helft van hun inkomsten. Met een deel daarvan betaalden ze hun overbrenging uit Thailand terug. Ze waren zelf in het bezit van hun identiteitspapieren en andere documenten. Uit het dossier bleek dat ze de nodige bewegingsvrijheid hadden, en dat hun tewerkstelling in België rendabel was.

Het hof van beroep besliste echter anders en gaf daarbij een ruimere interpretatie aan de tenlastelegging mensenhandel dan de correctionele rechter. Het hof stelde dat de meisjes vanuit Thailand werden overbracht naar België met als doel de slachtoffers seksueel uit te buiten. Het benadrukte daarbij dat de toestemming van de slachtoffers met de voorgenomen of daadwerkelijke uitbuiting van geen belang was, zodat de mogelijke instemming van het slachtoffer met zijn uitbuiting het strafrechtelijk karakter van de mensenhandel niet wegneemt. Het hof sprak evenwel een strafvermindering uit omdat de grenzen inzake redelijke termijnen waren overschreden. Er werden gevangenisstraffen uitgesproken van zes tot achttien maanden, en geldboetes tussen 2.750 en 5.500 euro.