Het hof heeft de uitspraak door de correctionele rechtbank van Brussel op 22 januari 2013 in eerste aanleg bevestigd. Die laatste had een Congolese beklaagde, die een landgenote die voor haar zoon met een handicap moest zorgen, uitgebuit, veroordeeld voor mensenhandel en verschillende tenlasteleggingen inzake sociaal strafrecht. Het slachtoffer werd niet betaald voor het werk dat ze verrichtte en moest in de kinderkamer op de grond slapen. Niet alleen zorgde ze voor het kind, ze deed ook het huishouden en de boodschappen. Bij haar aankomst in België had ze haar paspoort aan de beklaagde moeten afgeven.

Het hof heeft erop gewezen dat de verklaringen van de burgerlijke partij, met name over de huisvestingsomstandigheden, door de tijdens de Sociale Inspectie gedane vaststellingen werden bevestigd. Wat het ingehouden paspoort betreft oordeelde het hof dat de beklaagde op die manier elk initiatief op een eventuele regularisatie van de situatie van haar zogenaamde vriendin belette en haar vrij verkeer, dat sowieso reeds was bemoeilijkt doordat ze voor de geleverde prestaties geen loon kreeg, belemmerde.

Het hof heeft de in eerste aanleg uitgesproken gevangenisstraffen en boetes verminderd maar de aan de burgerlijke partij toegekende sommen bevestigd.

 [mawe1]Link naar beslissing + adapter site