Een beklaagde werd vervolgd voor feiten van mensenhandel in de periode 2015-2016 ten aanzien van minstens vier slachtoffers, voor exploitatie van ontucht en prostitutie, voor het deel uitmaken van een criminele organisatie en voor illegaal verblijf. Een slachtoffer was tijdens een politiecontrole opgepakt omwille van haar prostitutie-activiteiten en opgesloten in een gesloten centrum. Zij werd nadien als slachtoffer van mensenhandel erkend en bij Payoke ondergebracht waar ze verklaringen aflegde.

De beklaagde liet verschillende meisjes vanuit Nigeria via Libië naar Europa overkomen opdat ze zich zouden prostitueren in Italië en België. Zij zorgde voor de opvang en huisvesting van de vrouwen, had controle over hen, onder meer door hen een voodoo-eed te laten zweren en hen te laten beloven een schuld af te betalen van tussen 30.000 euro en 40.000 euro. Ook bedreigde ze de slachtoffers en de families van de slachtoffers in Nigeria. Volgens de rechtbank maakte de beklaagde deel uit van een criminele organisatie. Het onderzoek werd gevoerd op basis van verklaringen van de slachtoffers, telefonieonderzoek en inzage in andere strafdossiers waaruit bleek dat zij in verband kon worden gebracht met andere bendes die zich inlieten met het overbrengen van meisjes uit Nigeria. Ze kon ook in verband worden gebracht met de bende van ‘Mama Leather’.

De beklaagde werd bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar en tot een geldboete van 60.000 euro.