Deze zaak draait rond een goed gestructureerde smokkelbende met internationale vertakkingen in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Nederland en Frankrijk. Het bewijs werd voornamelijk verkregen via telefoontap.

De beklaagden maakten deel uit van een criminele organisatie die in België aangekomen Albanese onderdanen naar het Verenigd Koninkrijk smokkelde. De slachtoffers werden bij hun aankomst in Brussel of Gent opgevangen door de smokkelaars en in panden ondergebracht in de buurt van het Brusselse Zuidstation. Vandaar werden de personen naar verschillende parkings gebracht langs autosnelwegen in Vlaanderen waar ze in vrachtwagens werden geladen. Andere bendeleden zorgen ervoor dat slachtoffers van Brussel naar Nederland geraakten en vandaar naar het Verenigd Koninkrijk gesmokkeld werden. De feiten dateren van einde 2013 tot midden 2014. De bende had ook contacten met vrachtwagenbestuurders die de (garantie)transporten uitvoerden. De slachtoffers betaalden tussen de 2.500 euro en 5.700 euro, of zelfs tot 6.000 pond per persoon, naargelang het om een transport zonder of met garantie ging. Soms kregen ze valse Roemeense identiteitsdocumenten. Naargelang de prijs werden de slachtoffers gesmokkeld in de cabine of de laadruimte van de vrachtwagens. Soms moeten ze zich verstoppen in kartonnen dozen in vrachtwagens. Er werden ook mensen in de lege tank van een transportwagen voor vloeistoffen verstopt. Sommige slachtoffers verkleedden zich als priesters. De bagage en gsm-toestellen werden van de slachtoffers afgenomen en nadien per post opgestuurd naar het Verenigd Koninkrijk als het transport gelukt was. Er bevonden zich veel minderjarige kinderen onder de gesmokkelde slachtoffers. Ouders met kleine kinderen werd gevraagd om medicatie te geven tijdens het smokkeltraject om ze te kalmeren. Door misbruik te maken van het vertrouwen of de lichtgelovigheid van de slachtoffers werd geld van hen afgetroggeld. Sommige beklaagden deden zich voor als hooggeplaatste functionarissen of medewerkers van de ambassade om op die manier geld te ontnemen van hun slachtoffers.

Elf beklaagden worden vervolgd, onder wie zowel organisatoren als uitvoerders van de smokkelactiviteiten, voor onder meer mensensmokkel met verzwarende omstandigheden zoals het feit dat sommige slachtoffers minderjarig waren. Verschillende beklaagden waren niet aan hun proefstuk toe. Een van de verdachten werd in 2004 al eens veroordeeld voor mensensmokkel, een andere voor moord. De elf beklaagden worden allemaal veroordeeld tot gevangenisstraffen van zes jaar, vijf jaar, drie jaar en twee jaar en tot hoge geldboeten.

Myria stelde zich burgerlijke partij en kreeg een symbolische schadevergoeding van 1 euro.

Een beklaagde heeft beroep aangetekend tegen de beslissing. In graad van beroep werd zijn veroordeling bevestigd door het hof van beroep van Brussel in haar arrest van 17 mei 2017.