In een reeks brieven aan asielzoekers vorige herfst focust de staatssecretaris voor Asiel en Migratie eenzijdig op dat temperen van verwachtingen en de moeizame weg die hen te wachten staat. Tegelijk laat de Belgische staat na om eenvoudige informatiebrochures over de Dublinprocedure aan asielzoekers mee te geven. Nochtans is hij daartoe verplicht op basis van de Dublinverordening. Nu maatschappelijk werkers overbevraagd zijn, is het belangrijker dan ooit om mensen te informeren over hun mogelijke doorverwijzing naar een ander land en over hun rechten. In december vorig jaar diende Myria, het Federaal Migratiecentrum, een klacht in bij de Europese Commissie tegen de Belgische Staat wegens het niet nakomen van zijn Europese verplichtingen tegenover asielzoekers. Dat deed het nadat het de bevoegde instanties (staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Dienst Vreemdelingenzaken) er correct over had geïnterpelleerd en geïnformeerd. Het is de eerste keer dat Myria zo’n stap zet. Myria handelt in dat verband in overeenstemming met zijn wettelijke opdrachten: op een onafhankelijke wijze waken over de grondrechten van vreemdelingen. Het gaat meer bepaald over asielzoekers van wie de Dienst Vreemdelingenzaken vaststelt dat een andere Europese lidstaat verantwoordelijk is voor hun asielaanvraag, volgens de criteria van de Dublin III-verordening1. Belangrijk om weten is dat de klacht er kwam na verschillende verzoeken aan de bevoegde overheden die zonder gevolg bleven. Het leek ons jammer genoeg de enige manier om een doorbraak te bekomen in dit dossier. De klacht stelt zeker niet de bereidheid van Myria in vraag om samen met de bevoegde instanties de rechtsbescherming van vreemdelingen te verbeteren. De klacht heeft betrekking tot drie rechten die in de Verordening zijn vervat.

1) Het recht om geïnformeerd te worden over zijn rechten

Sinds februari 2014 moet de overheid informatiebrochures verspreiden om iedere asielzoeker, in een taal die hij begrijpt, te informeren over de belangrijkste stappen in zijn procedure en zijn beroepsmogelijkheden. Bijna twee jaar later, in december 2015, had de Dienst Vreemdelingenzaken die brochures nog altijd niet verdeeld. Toch vroeg dat eigenlijk niet meer dan de modellen van de Europese Commissie te ‘knippen & plakken’ en er enkele specifieke informatiepunten voor België aan toe te voegen. Dat verhinderde niet dat er brieven werden gericht aan Iraakse asielzoekers, aan Afghaanse asielzoekers en aan alle asielzoekers, met onvolledige en eenzijdige informatie. Zo kregen de Irakezen alleen een brief waarin hen in twee paragrafen werd meegedeeld dat de dossiers van asielzoekers uit Bagdad waren bevroren en dat het Dublin III-reglement op hen van toepassing was, zonder meer informatie. Het ging dus in geen geval om ‘dreigbrieven’ zoals ze in sommige persartikels genoemd worden.

2) Het recht om niet willekeurig te worden opgesloten

Deze Europese verordening verbiedt om een asielzoeker in een gesloten centrum te plaatsen om de loutere reden dat een andere lidstaat verantwoordelijk zou zijn voor zijn asielaanvraag. Iemand van zijn vrijheid beroven is alleen mogelijk bij een “significant risico op onderduiken (…), op basis van een individuele beoordeling” en “enkel (…) wanneer andere minder dwingende alternatieve maatregelen niet effectief kunnen worden toegepast” 2 . Die voorwaarden zijn niet opgenomen in de Belgische wet. Het risico op onevenredige opsluiting blijft dus aanwezig.

3) Het recht op een effectief en schorsend rechtsmiddel tegen een beslissing tot overdracht (naar een andere lidstaat)

Een persoon die foltering of een vernederende behandeling vreest als hij wordt overgedragen aan een ander Europees land, moet daartegen beroep kunnen aantekenen en in België blijven en opgevangen worden zolang een rechter zich niet over dat beroep heeft uitgesproken. Vandaag komen die mensen op straat te staan en zijn ze verwijderbaar ook al is er een beroep ingediend. Dat is in strijd met het Europese recht. De Europese Commissie bevestigde de ontvangst van de klacht maar heeft er nog geen standpunt over ingenomen. Voor Myria gaat het niet om de veroordeling van België op zich. Het wil in de eerste plaats dat de brochures verdeeld worden en alle rechten worden gerespecteerd. Myria, het Federaal Migratiecentrum, is een onafhankelijke openbare instelling. Het analyseert migratie, verdedigt de rechten van vreemdelingen en strijdt tegen mensenhandel en mensensmokkel. Myria komt op voor een overheidsbeleid dat steunt op feitenkennis en respect voor de mensenrechten.