In dit jaarverslag maakt Myria de balans op van de demografische gegevens en van de situatie van vreemdelingen op het gebied van hun grondrechten. Het doet ook aanbevelingen aan de overheden.

Dit verslag wil statistische en demografische elementen aanreiken om burgers en beslissingsnemers te informeren over de migratieconjunctuur en de migrantenpopulaties.

Naar aanleiding van de Universal Periodic Review (UPR) van januari 2016 deed Myria een reeks aanbevelingen, samen met het Interfederaal Gelijkekansencentrum en tien andere instellingen met een mandaat en expertise op het gebied van mensenrechten. De aanbevelingen gaan over de opsluiting van minderjarigen, de rechten van werknemers, het klachtenmechanisme in gesloten centra, de vermindering van de preventieve hechtenis, …

Sinds januari 2015 lieten niet minder dan 1.550 mensen het leven toen ze de Middellandse Zee overstaken, op zoek naar een veilig onderkomen of een beter leven. Een paar maanden daarvoor (oktober 2014) werd Mare Nostrum, de opsporings- en reddingsoperatie met een budget van 9 miljoen euro per maand, opgevolgd door het kleinschaligere Triton, uitgevoerd door Frontex, dat het moet stellen met maar 3 miljoen euro per maand. 

Gezien de actualiteit, herinnert het Federaal Migratiecentrum eraan dat het vluchtelingenstatuut wordt toegekend volgens de criteria van de Conventie van Genève. Het gaat per definitie om mensen van wie België de nood aan bescherming, hulp en begeleiding heeft erkend. Die bescherming omvat dus ook de toegang tot sociale rechten.

De studie Careers legt ondubbelzinnig de obstakels bloot waarop asielzoekers en erkende vluchtelingen stuiten bij hun moeizame maar daadwerkelijke socio-economische integratie.

Vier jaar nadat ze hun statuut kregen, hebben de meeste vluchtelingen een job. Toch is de weg naar werk voor veel asielzoekers en erkende vluchtelingen nog lang en moeizaam. Tijd speelt een cruciale rol in hun socio-economische inschakeling.