Twintig verdachten zijn gedagvaard, onder wie de schoonmaakbedrijven zelf en hun zaakvoerders. Daarnaast worden ook verschillende zaakvoerders van filiaalrestaurants van Quick vervolgd voor medeplichtigheid.

Er worden hen verschillende inbreuken op het sociaal strafrecht verweten, vooral op het vlak van de illegale tewerkstelling en het niet aangeven aan de sociale zekerheid van buitenlandse werknemers.

Tien van de beklaagden, onder wie Quick zelf, zijn ook gedagvaard voor mensenhandel: ze worden vervolgd omdat ze vreemde schoonmakers/schoonmaaksters zouden hebben laten werken in omstandigheden die indruisen tegen de menselijke waardigheid.