In deze zaak stonden twee bouwaannemers onder meer terecht voor mensenhandel door mensen aan het werk te (laten) zetten in omstandigheden in strijd met de menselijke waardigheid, en voor inbreuken op het sociaal strafrecht.

 Het slachtoffer werd in november en december 2007 meermaals op werven tewerkgesteld zonder arbeidsongevallenverzekering, zonder vergoeding, en zonder dat de veiligheidsvoorschriften in acht waren genomen. Toen hij zich tijdens de werkzaamheden verwondde, verbood men hem een arts te consulteren. Alle tenlasteleggingen werden bewezen geacht ten aanzien van één van de beklaagden, die tot een gevangenisstaf van 1 jaar met uitstel werd veroordeeld. De rechtbank sprak de andere beklaagde vrij omdat onvoldoende elementen erop wezen dat hij het slachtoffer had tewerkgesteld.

 Deze beslissing is definitief.