In dit dossier veroordeelde de correctionele rechtbank van Brugge een koppel beklaagden met de Belgische nationaliteit voor pooierschap en mensensmokkel met als verzwarende omstandigheid dat van de activiteit een gewoonte gemaakt werd, in Oostende en in Lede. Het is opvallend dat het Openbaar Ministerie in dit dossier met betrekking tot seksuele uitbuiting van verschillende trans(gender) vrouwen heeft vervolgd voor mensensmokkel en niet voor mensenhandel.

Tijdens een routinecontrole van advertenties op de website Redlights merkte de politie van Oostende een aanzienlijke toename op van het aantal Zuid- Amerikaanse trans(gender) personen die mensen op een privéadres ontvingen om hun tegen betaling seksuele diensten aan te bieden. Na een afspraak met een van hen in een appartement in Oostende ontmoette de politie een trans(gender) sekswerker. Ze sprak alleen Spaans en was in het bezit van een Colombiaans paspoort en een bevel om het Belgische grondgebied te verlaten. Sinds ze in 2019 in België aangekomen was, had zij bijna de hele tijd als prostituee gewerkt. Ze werkte alleen en volledig zelfstandig. Ze had het adres ontdekt via een Spaanse vriendin en huurde een appartement voor 350 euro per week, waarbij ze het geld aan de beklaagde gaf.

Toen het appartement door de politie werd gecontroleerd, waren er eveneens twee Afrikaanse vrouwen aanwezig die er illegaal verbleven. Ook zij werkten als prostituees via Redlights. Het huurcontract dat ze hadden ondertekend betrof een huur van 50 euro per dag. De beklaagde inde de huur wekelijks bij de eerste vrouw en dagelijks bij de tweede vrouw.

De telefoons van de slachtoffers en de verdachten werden uitgelezen (met inbegrip van de WhatsApp- conversaties). Bij de controle van een champagnebar in Lede die aan het koppel toebehoorde, werden er twee Thaise trans(gender) personen in irregulier verblijf ontdekt die er hun klanten ontvingen. Zij beheerden zelf de publicatie van hun advertenties en mochten het geld van hun prostitutie houden.

Tijdens een huiszoeking in de bar in Lede werd er nog een persoon in irregulier verblijf ontdekt. Ze had een verblijfsvergunning die alleen geldig was voor Italië. Ze huurde voor 50 euro per dag een kamer waar zij zich prostitueerde. Ze had het adres ontdekt via een advertentie op Redlights. Ze ontving er haar eigen klanten en deelde de helft van de winst met de beklaagde wanneer die haar klanten van haar bar stuurde die ze ontving buiten de advertenties om.

Uit een telefonieonderzoek bleek dat er nog een persoon in de bar werkte. Zij verklaarde dat ze door de beklaagde was geworven en er als prostituee werkte van 18 uur tot 6 uur. Ze verdiende veertig procent van wat de klant aan drank bestelde. Voor seks vroeg ze 100 euro voor een half uur en 150 euro voor 1 uur. De helft van het geld hield zij voor zich. Een keer deed ze voor de beklaagde ook een opdracht als seksescort in Aalst. Daarvoor ontving ze 200 euro en gaf zij 50 euro aan de beklaagde. De beklaagde bepaalde de prijzen en ontving het geld van de klanten.

De mannelijke beklaagde, een Belg, was de eigenaar van een champagnebar in Lede. Hij zette kamers te huur op de Redlights-website en was verantwoordelijk voor de verhuur ervan, zowel in Lede als in Oostende. De vrouwelijke beklaagde was een in Haïti geboren Belgische en was zelfstandig sekswerker. Ze gaf toe dat ze ook kamers in Oostende en Lede had verhuurd. Bij een huiszoeking in de woning van het koppel werd er een bedrag van 4.140 euro gevonden in de portefeuille van de vrouwelijke beklaagde.

Wat de tenlastelegging inzake mensensmokkel betreft, hield de rechter rekening met de volgende elementen: het echtpaar wist dat ze de kamers verhuurden aan mensen die illegaal in ons land verbleven, aangezien ze hier meermaals voor gewaarschuwd waren door hun boekhouder; ze verhuurden voornamelijk aan mensen van buitenlandse afkomst; ze hadden geen huurcontract laten ondertekenen of vroegen niet om een vermelding van het Belgische Rijksregisternummer op het huurcontract; ze eisten een cashbetaling van de huur; en de geëiste huurprijzen waren niet conform de marktprijzen. De rechter veroordeelde de verdachten voor hulp bij het illegaal verblijf van hun huurders en bij hun prostitutie, met het oog op het verkrijgen van een vermogensvoordeel. De rechter herkwalificeerde de tenlasteleggingen van het Openbaar Ministerie met betrekking tot het bij zich houden van meerderjarigen met het oog op het plegen van ontucht of prostitutie en het houden van een huis van prostitutie naar een tenlastelegging van pooierschap in het licht van de hervorming van het seksueel strafrecht. De rechter hield rekening met de volgende elementen: het feit dat de advertenties voor de huurkamers waren gepubliceerd op Redlights voor sekswerkers; en het abnormale economische voordeel dat werd gepuurd uit de exorbitante huurbedragen die ze ontvingen. De beklaagden werden veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf en tot een boete van 48.000 euro. Een bedrag ten belope van 4.140 euro van de vrouwelijke beklaagde werd verbeurdverklaard.

Tegen deze beslissing werd beroep aangetekend.