Het hof van beroep bevestigde een vonnis van de Nederlandstalige correctionele rechtbank van Brussel, dat dateert van 10 december 2021 in grote lijnen. Dit omvangrijke dossier behandelt een groot Nigeriaans prostitutienetwerk.  

In eerste aanleg werden er vijf beklaagden met de Nigeriaanse en de Belgische nationaliteit vervolgd voor feiten van mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting met verzwarende omstandigheden, waaronder het feit dat het misdrijf gepleegd werd ten aanzien van minderjarigen. Ook waren er de tenlasteleggingen van leidend persoon van een criminele organisatie, verwerven van criminele vermogensvoordelen, bezit van kinderpornografie … 

Het ging om een internationale organisatie die vrouwen uit Nigeria naar Europa bracht om hen in de prostitutie uit te buiten. Wanneer de vrouwen in Italië aankwamen, werden ze vanuit de organisatie in Turijn verder verdeeld over Europa. De vrouwen werden onder controle gehouden door voodoopraktijken. Het ging om tientallen meisjes, wat volgens de rechtbank maar het topje van de ijsberg was. De meisjes moesten schulden van 30.000 tot 45.000 euro afbetalen. Als de meisjes iets verkeerds deden, werden hun schulden nog verhoogd. 

De beklaagden werden tot zware straffen tussen drie jaar en tien jaar veroordeeld. Een slachtoffer stelde zich burgerlijke partij en kreeg een schadevergoeding van 55.500 euro. 

Een beklaagde met een minder prominente rol die bij verstek veroordeeld werd tekende verzet aan. Dat werd opnieuw beoordeeld door de rechtbank die het vonnis grotendeels bevestigde.  

Drie andere beklaagden tekenden beroep aan.  

Het hof beoordeelde de feiten ook in het kader van de nieuwe seksuele strafwet die in werking trad op 1 juni 2022. 

Het hof bevestigde het vonnis in grote lijnen. Voor meerdere tenlasteleggingen waren de straffen zwaarder. Een van de beklaagden werd vrijgesproken voor enkele feiten ten aanzien van bepaalde slachtoffers wegens een gebrek aan bewijzen. De beklaagden werden veroordeeld tot gevangenisstraffen tussen vier jaar en acht jaar en tot geldboetes tussen 16.000 euro en 64.000 euro. De schadevergoeding voor de burgerlijke partij werd bevestigd.