Het hof boog zich over een dossier inzake mensensmokkel met bootjes op de Noordzee. De correctionele rechtbank van Brugge had zich in een vonnis van 9 februari 2022 al uitgesproken daarover.

Een beklaagde met de Iraakse nationaliteit werd vervolgd. In mei 2021 werden er 43 personen (voornamelijk Vietnamezen en vijf personen van Koerdische origine) geïntercepteerd aan boord van een RHIB op de Noordzee. Volgens de verklaringen van enkele transmigranten was de persoon aan het roer van de boot diegene die met zijn gsm de nooddiensten verwittigde.

Enkele dagen later trof een patrouille een bestelwagen met een Franse nummerplaat aan in Koksijde die geparkeerd stond met open deuren. De patrouille stelde vast dat meerdere personen de duinen invluchtten en men vermoedde dat er sprake was van smokkel per boot.

Een van de personen, de beklaagde, had de autosleutel bij van de wagen met de Franse nummerplaat. Uit onderzoek bleek die meermaals via ANPR gecapteerd te zijn in België. In de wagen werd er heroïne gevonden. De beklaagde en verschillende personen uit zijn entourage werden gearresteerd en hun gsm-toestellen werden uitgelezen. Meerdere transmigranten werden verhoord en wezen de beklaagde als een van de smokkelaars aan. Er gebeurden zoekingen van voertuigen, in de duinen, sporenonderzoek van de RHIB’s en toebehoren maar ook van de voertuigen. De gsm-toestellen van de transmigranten werden uitgelezen.

In eerste aanleg werd de beklaagde veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaar en tot een geldboete van 640.000 euro. Payoke stelde zich burgerlijke partij en kreeg een schadevergoeding van 5.500 euro.

Het hof oordeelde dat de feiten bewezen bleven. Uit het strafdossier (en vooral op basis van de informatie uit verschillende chatgroepen en geluidsfragmenten) bleek dat de beklaagde niet aan het hoofd van de smokkelorganisatie stond maar dat hij ongetwijfeld een uitvoerder was en minstens behoorde tot het middenkader. Hij had internationale contacten waarbij hij rechtstreeks instructies gaf aan migranten, instructies gaf aan andere smokkelaars en betalingen regelde via het hawala-systeem, prijzen afsprak en locaties doorgaf waar de migranten konden worden afgezet. Migranten werden doorgaans omschreven als “koeien” of “ladingen”. Uit verklaringen van de slachtoffers bleek dat de beklaagde zich bezighield met het uitstippelen van de routes en het klaarmaken van de boten. Onder de aangetroffen migranten bevonden er zich zes kinderen. Het ging voornamelijk om Vietnamese migranten. De transmigranten betaalden tussen 1.700 en 2.000 euro.

Het hof weerhield voorts de verzwarende omstandigheid dat het leven van slachtoffers in gevaar was gebracht. Het hof bevestigde de strafmaat van het vonnis. De schadevergoeding voor Payoke werd eveneens bevestigd.